Villa Otrang

In het gebied rond Trier bouwden de Romeinen veel villa’s. Een van die villa’s was Villa Otrang. Dit landgoed heeft een herenhuis, een heiligdom met twee tempels en begraafplaatsen. Ze is nu een van de grootste en best bewaarde Romeinse villa in het Rijnland. De villa behoort bij het type Risalitvilla of portiek villa. Het gebied strekt zich uit over een lengte van 379 m en een breedte van 231 m. Het gebouw werd in de 1ste eeuw n. Chr. gebouwd. De bijna vierkante landhuis heeft 66 kamers en een uitgebreide bad voorziening. Waarschijnlijk leefden er in die tijd 3 verschillende families in deze villa. Het westelijk deel van het gebied bestond uit een binnenplaats en 9 kleinere gebouwen. Waarschijnlijk moet hier een boerderij zijn geweest. 

Het herenhuis heeft een karakteristieke vorm, die men Risalit-Villa noemt. Bij een Risalit-Villa zit in het centrum van het huis een grote woonkamer, waardoor de individuele kamers gegroepeerd werden en in de vooringang was een overdekt portiek. Aan de zijkanten zijn twee uitstekende vleugels, die heten risalits.  Zo leidde dat tot een eenvoudig plan van een U-vormig gebouw met drie vleugels. Vanuit deze basisvorm werden er, zoals vaak in de Romeinse architectuur, allerlei variaties en afwijkingen gemaakt. In Otrang hebben we in de kern een Risalit-Villa voor ons. De aannemer liet niet alleen bouwen aan de voorzijde, maar ook aan de achterzijde van het portiek met zijdelingse stengels. Net als de meeste landhuizen werd deze in de loop van de tijd ook herbouwd en uitgebreid. Er zijn drie hoofdfasen: De eerste fase werd de gehele kernbouw met de oostelijke en westelijke projecties en de desbetreffende projecties toegewezen. Er zijn verschillende weergaven uit het onderzoek naar de vorm van het gebouw in het noorden. Later werd een eerste bad, in een al bestaande ruimte, ingericht.

De tweede fase wordt gekenmerkt door de aanleg van het grote bad. Twee mozaïeken van de kamers 49-51 kunnen worden gedateerd rond het jaar 170 na Christus. Die mozaïeken behoren waarschijnlijk tot de tweede fase. De derde fase brengt een karakteristieke uitbouw en ontwikkelingen van de westerse en zuidelijke fronten mee. Op de zuidzijde werden beide Risalits gul ruimer gemaakt en met een portiek verbonden. Er werd ook voor de oude rechtbank een nieuwe ingang gecreëerd. De kleinste veranderingen werden dit keer goed gepresteerd in Noord Ostrisalit, door de plaatsing van de uitbouw van de mozaïeken. Deze laatste fase omvat de uitbreiding van alle, behalve twee, mozaïeken. De villa was rond de 4e eeuw na Christus bewoond en werd zelfs na de Frankische verovering nog gezocht.  

Geschiedenis van Villa Otrang

Volgens de archeologen is de villa rond de 2de eeuw een keer uigebreid, waarschijnlijk omdat het goed ging met de welvaart door hun productie. maar ergens rond 400 n. Chr. is de villa een keer vernietigd. De ontdekking van Villa Otrang was in het jaar 1825.  Niet ver van Bitburg (dichtbij de Romeinse weg Trier-Keulen) werden de overblijfselen van de prachtige mozaïekenvloeren gevonden, dat waren er ongeveer dertien. 4 van de 13 zijn intact gebleven. Je kan op de mozaïekvloeren afbeeldingen zien van dieren. Ook waren en bijzondere baden gevonden met vloerverwarming, die zijn ook intact gebleven. De ruïne werd later, op verzoek van de prins Friedrich Wilhelm IV (later koning), in 1838 opgegraven. Na de opgraving moest er een bewaker zijn om het gebouw te beveiligen en te onderhouden.  In 1873-1874 werd ten westen van de villa een erf ontdekt met gebouwen aan de zuidzijde en een tweede tempel. In 1925 en 1929 werd gegraven aan de noordkant van het erf, daar werden drie andere bijgebouwen ontdekt.  De mozaïeken werden, na de verlenging van de funderingen en muren, verhoogd. Op het zuidelijke front werd een terras gebouwd bovenop een langwerpig deel. 

Vroeger stond de Villa Otrang bekend als Oterancum of Aterancum en zo kwam de villa aan haar naam. Villa Otrang ligt in het gebied ten zuiden van de rivier de Mulde: namelijk Atrangskamp.